Expressies of uitdrukkingen zijn termen die in bladmuziek kunnen voorkomen. Ze kunnen betrekking hebben op tempo (snel, langzaam, vertragen, versnellen), op voordracht (op wat voor manier het gespeeld moet worden), op dynamiek (hard-zacht), en op herhalingen.
Tempo
Het Tempo van een muziekstuk betekent hoe snel het wordt gespeeld. Er zijn enkele vaste tempi:
- Largo
- Traag
- Andante
- Rustig gaande
- Moderato
- Matig snel
- Presto
- Snel
- Affetuoso
- Hartelijk.
- Cantabile
- Zangerig.
- Doloroso
- Smartelijk.
- Con fuoco
- Met vuur.
- Vivace
- Levendig.
- Leggiero
- Licht.
- Maestoso
- Verheven.
- Funebre
- Somber.
- Tranquillo
- Rustig.
- Con spirito
- Geestdriftig.
- Piacevole
- Aangenaam.
- Gaio
- Vrolijk.
Dynamiek
Met dynamiek wordt bedoeld hoe hard of zacht een stukje gespeeld moet worden. De volgende termen moet je kennen:
- PP (Pianissimo)
- Zeer zacht.
- P (Piano)
- Zacht.
- MP (Mezzo Piano)
- Tamelijk zacht.
- MF (Mezzo Forte)
- Tamelijk hard.
- F (Forte)
- Hard.
- FF (Fortissimo)
- Zeer hard.
- Crescendo
- Geleidelijk harder spelen.
- Decrescendo
- Geleidelijk zachter spelen.
Herhalingen
Er zijn verschillende manieren waarop men herhalingen voorschrijft in muziek. Zo kennen we natuurlijk allemaal de dubbele maatstreep met dubbele punt. De volgende termen komen ook vaak voor, en moet je dus kennen:
- D.C. al Fine
- Herhalen vanaf het begin tot aan Fine.
- D.S. al Fine
- Herhalen vanaf het teken tot aan Fine.
- D.C. al Coda
- Herhalen vanaf het begin tot aan het eerste coda teken, dan vanaf het tweede coda teken tot het einde.
- D.S. al Coda
- Herhalen vanaf het teken tot aan het eerste coda teken, dan vanaf het tweede coda teken tot het einde.