Een belangrijk onderdeel van muziek is ritme. In dit onderdeel gaan we hier dieper op in, en zie je hoe maatsoorten werken, en hoelang de verschillende noten en rusten duren.
Maatsoorten
Een maatsoort geeft aan:
- Hoeveel tellen er in de maat zijn.
- Hoeveel tellen de hele noot duurt.
De maatsoort staat vooraan het stukje en ziet er zo uit: ¾ of: ⅜. Het bovenste getal geeft aan hoeveel tellen er in de maat zitten. Het onderste getal (bijv. 4) geeft aan hoeveel tellen de hele noot duurt. Heel vaak staat er C. Dit betekent een 4/4 maat.
Notenwaarden
Niet alle noten duren even lang. Je moet de volgende noten kennen:
- Hele noot
- Halve noot
- Kwart noot
- Achtste noot
- Zestiende noot
In een ¾ maatsoort duurt de hele noot 4 tellen, de halve noot 2 tellen, de kwartnoot 1 tel enz. Maar is de maatsoort een ⅜ maat, dan duurt de hele noot 8 tellen, de halve noot 4, de kwartnoot 2 tellen enz.
Rusten
Rusten zijn momenten in muziek dat er niet gespeeld wordt. Net zoals noten verschillen ook rusten van elkaar in lengte. De volgende rusten moet je kennen:
- Hele rust
- Halve rust
- Kwart rust
- Achtste rust
- Zestiende rust
In een ¾ maatsoort duurt de hele rust 4 tellen, de halve rust 2 tellen, de kwartrust 1 tel enz. Maar is de maatsoort een ⅜ maat, dan duurt de hele rust 8 tellen, de halve rust 4, de kwartrust 2 tellen enz.
Punten na een noot of rust
Het komt regelmatig voor dat na een noot of rust een punt staat. Dit betekent dat de noot (of rust) met de helft van zijn duur wordt verlengd.
Voorbeeld 1:
Een hele noot duurt in een ⅜ maat 8 tellen. Staat er een punt achter, dan komt de helft erbij. De helft van 8 is 4, dus duurt hij in totaal 12 tellen.
Voorbeeld 2:
Een halve noot duurt in een 4/4 maat 2 tellen (volgens het onderste cijfer). Staat er een punt achter, dan komt de helft erbij. De helft van 2 is 1, dus duurt hij in totaal 3 tellen.